Achterwaarts

Patricia Meyntjens

Levenswijzer: Waarom het leven alleen achterwaarts begrepen kan worden


 

Deel 1



Het leven kan alleen achterwaarts begrepen worden, maar het moet voorwaarts worden geleefd.

Sören Kierkegaard

 

Wat bedoelde de Deense filosoof Sören Kierkegaard met zijn quote? We leven ons leven vaak op een onbewuste automatische piloot en vanuit de behoefte om in onze comfortzone te blijven. Maar wat als dat leven doodloopt, je in wederkerende ruzies of eenzaamheid komt vast te zitten of je diepe verlangens niet voor elkaar krijgt of je naasten steeds weer met dezelfde kritiek komen? Misschien heb je geprobeerd te veranderen maar kom je steeds weer terug op dat oude, vertrouwde maar beperkende pad. Dan is het tijd om het leven achterwaarts te begrijpen, zoals Kierkegaard zo mooi omschreef.


Je hoort mensen wel eens zeggen “Ik wou dat ik toen wist wat ik nu weet”. Je krijgt vaak pas antwoorden nadat je iets hebt meegemaakt of kan interpreteren én doorleven.  Je leeft het leven voorwaarts, terwijl je het pas achteraf begrijpt. Kierkegaard legt in één zin een van de grootste struggles of human life bloot.


Ervaringen uit je verleden werken door in het hier in nu. Welke patronen kan je ontdekken die hun ontstaansgeschiedenis hebben in het verleden en die inzicht geven in je huidige functioneren. Welke keuzes heb je bijvoorbeeld vroeger gemaakt? Hoe heb je die (on)vrije keuzes gemaakt? Zijn er discontinuïteiten te ontdekken? Wat hoort nu écht bij jou en wat is de resultante van het verleden? Inzicht in de processen die onder je gedrag en keuzes liggen, brengen de rode draad in je leven en familiegeschiedenis aan de oppervlakte.



Waarom het belangrijk is om aan de slag te gaan met je verleden


De eerste band is met je ouders. Hier wordt de basis gelegd voor de manier waarop je later met mensen omgaat en in het bijzonder hoe je een intieme relatie aangaat. Tijdens je geboorte verlaat je de veilige, geborgen haven en deze heftige ervaring wordt verzacht als je liefdevol wordt ontvangen. In die eerste paar jaar ben je totaal afhankelijkheid en alleen vanuit deze veilige en geborgen symbiose kun je, in vertrouwen, jezelf losmaken en de wereld gaan ontdekken. Rond het tweede levensjaar wil je de omgeving onderzoeken en zelf dingen doen. Je leert de macht van het woord ‘nee’. Wanneer je mag zijn wie je bent en binnen veilige grenzen mag experimenteren, wordt de basis gelegd voor zelfvertrouwen en eigenwaarde.

Dit proces van hechting en onthechting is heel kwetsbaar, maar een noodzakelijke voorwaarde om een stabiele persoonlijkheid te kunnen ontwikkelen en later stabiele en intieme relaties aan te kunnen gaan.


Sommige ouders zien de behoefte aan autonomie als een koppigheidsfase, wat de kop ingedrukt moet worden. Omdat het kind afhankelijk is van de ouders, past het zich altijd aan. Wanneer het kind steeds te horen krijgt dat het zijn mond moet houden, omdat het te dom of te klein is of omdat anderen het beter weten, zal het gevoel van machteloosheid de bodem van zijn bestaansrecht worden. Uit zelfbescherming wordt gekozen voor gehoorzaamheid, behulpzaamheid of vriendelijkheid. Later in het volwassen leven voelt men zich schuldig omdat men zijn eigen weg wil gaan. Sommigen hebben voor een machtspositie gekozen, zodat niemand hen meer kan vertellen wat ze moeten doen. Zo houden ze de touwtjes in eigen hand.


De ervaringen tijdens de eerste zeven jaar van je leven, hebben voor een groot deel bepaald hoe je je hebt ontwikkeld. Je fundament wordt dan gevormd. Dat gaat over gevoel van eigenwaarde, zelfvertrouwen, vertrouwen in anderen, het gevoel dat je de moeite waard bent en dat je iets kunt. Je bent ook beïnvloed door de cultuur, tijdsgeest, opvoedingsstijl, voorbeeldgedrag en ervaringen. Hierdoor ontstaan gevoeligheden, bijvoorbeeld bang om afgewezen te worden en heb je conclusies getrokken bijvoorbeeld; ‘ik zal bewijzen dat ik de moeite waard ben’, ‘ik los alles zelf wel op’ of ‘ik kan het niet alleen’. Deze gevoeligheden en conclusies lopen onbewust als een rode draad door je leven. Het gedragspatroon dat je hebt ontwikkeld,  heeft je geholpen om goed door de kindertijd te komen. Het gaf je een veilig gevoel. Het is net dat ingeslepen en beperkende patroon dat het je moeilijk maakt om te veranderen, want niemand wil zich onveilig voelen, dus je neemt geen enkel risico. Om beter tot je recht te kunnen komen zul je aan de slag moeten gaan met dit fundament anders blijft de verandering aan de oppervlakte en dat waait zo weer weg.  



Wil je gedragspatronen loslaten die intimiteit belemmeren?


Onze ervaringen in de kindertijd en het voorbeeldgedrag van onze opvoeders over gevoelens, intimiteit en kwetsbaarheid, hebben veel invloed op ons gedrag in het heden. Door deze kind-ervaringen ben je onbewust tot bepaalde conclusies gekomen over hoe je je moet gedragen in de wereld. Daardoor heb je bijvoorbeeld moeite met het aangaan van relaties, met intimiteit of moeite om je kwetsbaar op te stellen.



Wat zijn je zuivere behoeften?


Onze normale kind-behoeften zijn niet altijd bevredigd. Omdat een kind dit pijnlijke gemis, als het lang duurt, niet kan verdragen, gaat het dit proberen op te lossen. Zo kan een kind dat te weinig wordt aangeraakt, deze behoefte compenseren met eten en snoepen. Eenmaal volwassen vergeet je dat er ooit een behoefte aan aanraking was. Een kind dat niet getroost wordt bij verdriet kan boosheid gaan ontwikkelen om de behoefte aan troost niet meer te ervaren. Eenmaal volwassen kun je alleen boosheid voelen, als je verdriet hebt.


Negatieve oordelen over emoties zorgen er vaak voor dat je geen belang meer hecht aan emoties of een beperkt scala aan emoties kent en kan voelen. Meer inzicht in de rol van verschillende emoties helpt je om emoties te erkennen en serieus te nemen. Zo kun je leren angst te ervaren als een waarschuwing, boosheid als een krachtige energie bij het stellen van grenzen. Verdriet ervaren als ontlader van pijn en teleurstelling en vreugde ervaren als energiebron.


Om meer vat te krijgen op deze onbewuste patronen is het belangrijk inzicht te krijgen in al die invloeden die jou hebben gevormd. Dit inzicht helpt je bij het loslaten van oude patronen zodat je meer jezelf kunt zijn en beter tot je recht komt.



Het loskomen van levenslange patronen


We erven de onopgeloste problemen uit ons verleden. Als je je eigen geschiedenis niet kent is de kans groot dat je patronen van vroeger gaat herhalen of je gaat je er onbewust tegen verzetten. Daardoor wordt niet duidelijk wie je nu eigenlijk bent.


Vaak weet je heel weinig over de krachten die het leven van je ouders hebben gevormd. Ook jouw plaats binnen de rij kinderen in het gezin is een factor die van invloed is geweest op de manier waarop je nu met relaties omgaat. Minstens even interessant is de ruimere historische en familiale context waarin jij bent opgegroeid en de (on)gewilde en (on)omkeerbare keuzes die je hebt gemaakt. Kinderen die zijn mishandeld door hun ouders (die dikwijls zelf ook slachtoffer waren van huiselijk geweld) hebben een grotere kans om later ook hun eigen kinderen te mishandelen. Oorlogstraumata kunnen generaties lang impact blijven hebben. Ook familiegeheimen werken soms generaties lang door. Bij vervreemding en contactbreuken tussen gezins- en familieleden blijken dikwijls juist deze generatie-overstijgende issues een hoofdrol te spelen.

 

Kortom jouw levensgeschiedenis heeft ervoor gezorgd dat je een bepaalde basishouding in het leven hebt. Vanuit deze basishouding ga je met anderen om. Vanuit een bepaalde bril kijk je naar de wereld. Welke bril heeft jouw familieverleden je meegegeven en welke bril heb jij nog steeds op? Er zijn familie-ervaringen en levenslessen die we op bewustzijnsniveau hebben meegekregen en er zijn er die we onbewust hebben verworven of verdrongen hebben wegens de emotionele ondraaglijkheid ervan. Onderstaande links geven je meer inzicht in deze twee vormen en hoe je ermee aan de slag kan om het leven achterwaarts te begrijpen.