Seksverslaving Deel 2

Patricia Meyntjens

Dossier  Seksverslaving



Deel I  Een oriëntatie

Deel II    Ontstaansgeschiedenis en verloop

Deel III  Behandelmogelijkheden (coming soon)



DEEL II      Ontstaansgeschiedenis en verloop



Dit tweede deel biedt een waardevol  inzicht in  de ontstaansgeschiedenis en de betekenis van seksverslaving en dit inzicht leidt ongetwijfeld tot een beter en breder begrip.  Het gaat over de hamvraag waarom de ene persoon vatbaarder is voor seksuele afhankelijkheid dan de ander. 

Het is gebaseerd op onderzoek dat aan de basis lag van het proefschrift van de Nederlander Gertjan van Zessen (1995).  Als methode werd gekozen om de seksuele geschiedenis van mannen en vrouwen tussen 16 en 70 jaar in kaart te brengen. Uit wat voor soort gezin komen ze? Hoe zijn ze seksueel opgevoed? Welke sociale, seksuele en erotische gedachten hadden ze als tiener? Hoe ziet hun volwassen seksuele leven eruit? Hoe gaan zij nu om met seks en relaties?


Twee opvallende groepen konden worden onderscheiden, nl. de contactgerichte groep die veel controle en beheersing heeft over zijn seksuele contacten,  handiger is in emotionele contacten en steviger is in het hanteren van relaties. Ze stellen beter grenzen in het vrijen en beleven meer plezier aan seks.  De tweede groep wordt gekenmerkt  door meer controleverlies en contactarmoede waardoor ze  moeite hebben om emoties en seks op een natuurlijke manier met elkaar te verbinden. Hun seksuele contacten zijn onrustiger en ze houden vaak aan ondanks negatieve uitkomsten. Ze gaan gemakkelijker dan de contactgerichten, over de grenzen van de ander heen of laten over hun eigen grenzen gaan.  Ze zijn eenzijdiger gericht op de seks zelf,  focussen minder op de tegenspeler en beleven uiteindelijk minder plezier aan de seks. Van Zessen noemt ze de seksueel rustelozen. Ze proberen hardnekkig ‘iets’ te vinden in seks.  Seks is geen manier om contact te maken maar wordt gebruikt als bevestiging van het ego, als vlucht uit de werkelijkheid, als reactie op stress of als manier om met de eigen emotionele leegte om te gaan. Waar de contactgerichten seks kunnen gebruiken om hun zelfwaardering te bevestigen, lijken de rustelozen er juist op uit om hun gebrekkige zelfwaardering via seks aan te vullen.


 

Ontstaansgeschiedenis

De levensgeschiedenissen van deze twee categorieën verschillen wezenlijk van elkaar. Ze maken beiden een geschiedenis door die hen al heel vroeg in het leven een bepaalde kant op loodst.


Leergeschiedenis tijdens de jeugd

De contactgerichte groep groeit doorgaans op in een emotioneel warm gezin waar de kinderen het gevoel krijgen de moeite waard te zijn waardoor ze  op een sociaal vaardigere manier de puberteit ingaan. Hun vriendschappen evenals hun latere erotische verkenningen vinden op een soepelere manier plaats. Kinderen die hun middelbare schooltijd beginnen met een relatief sterk ik, kunnen vriendschap en seks later makkelijker combineren, kunnen op gepaste manier praten met hun peergroep over wat ze meemaken aan verliefdheid en vrijen en toetsen en begrijpen hun ervaringen ook beter.  Over zaken als meisjes en verliefdheid kon thuis gesproken worden. Het zijn kinderen uit veilig gehechte gezinnen (zie hechtingsstijlen).

De  seksueel rusteloze groep, met  kinderen uit de meer kille, onverschillige en  emotie-arme gezinnen of uit verwaarloosde gezinnen, begint met minder zelfvertrouwen aan de puberteit, staat vaker aan de sociale zijlijn, kijkt tegen anderen op of trekt zichzelf terug in een isolement van waaruit wordt neergekeken op de anderen. Ze hebben een minder goed ontwikkelde zelfwaardering en vermogen om te delen met anderen.


Op de leeftijd van achttien jaar hebben jongeren uit de contactgerichte groep circa vier jaar gebruikt om stapsgewijs te leren omgaan met verliefdheid, eerste aantrekking, eerste zoen, eerste verkering tot  en met de eerste gemeenschap . Hun seksuele leercurve is geleidelijk en vloeiend verlopen en is steeds ingebed in vriendschappen waarmee men kan delen wat men ontdekt en meemaakt.  De seksueel rustelozen zijn  meestal nog onervaren of hebben tamelijk geïsoleerde ervaringen die niet of nauwelijks met anderen gedeeld kunnen worden. Er zijn soms ook vervelende of gedwongen seksuele kennismakingen. Hun seksuele leercurve is vaak abrupt en hoekig omdat er opvallend vaak sprake is van een seksuele uitstelperiode: ze fantaseren en masturberen frequent en willen dolgraag vrijen met een meisje maar kunnen of durven niet. Hun ideeën of seksualiteit worden in eenzaamheid gevormd zonder veel toetsing aan de realiteit. Meisjes zijn aantrekkelijk maar om diverse redenen onbereikbaar wegens een tekort aan sociale inbedding of nauwelijks kansen om te oefenen wat vrijen in werkelijkheid is of hoe je dat in een relatie met een ander inbouwt. Laat staan dat er een inschatting kan worden gemaakt van wat de tegenspeler verwacht. Omdat het meestal bij een fantasie blijft, zonder dat de emoties duidelijk meedoen, ontwikkelt zich in het hoofd een pornografisch beeld van wat seks is; bevestigd door talrijke orgasmen. Hier ontwikkelt en installeert zich vaak in grote eenzaamheid een scriptvorming voor seksualiteit. Het script, het idee wat seks is en hoe het moet, bevat alleen beelden en geen werkelijke tegenpartij of interactie. Als er dan toch een paar keer met een meisje wordt uitgegaan, blokkeren ze vaak omdat ze met een verengt pornografisch script in hun hoofd zitten waardoor ze koortsig en onbeheerst aan de slag gaan om vervolgens afgewezen te worden.  Zo wordt het gevoel van tekortschieten en uitsluiting weerom bevestigd.


Verloop van seksuele ervaringen

Als beide groepen jong volwassenen aan de ‘echte’ seks beginnen, doen ze dat vanuit een heel andere achtergrond, leerervaring en script. 

De contactgerichten gaan door met wat ze geleerd hebben en proberen seks te integreren met sociaal contact en met wederzijdse emoties. Er is openheid om deze ervaringen te delen en te bespreken met anderen. Ze zijn oprechter en er is een goed transparantie over hun seksuele activiteit. Contactgericht vrijen houdt in dat men letterlijk zoveel mogelijk in contact staat met de ander en zichzelf. Er is geen angst voor de intimiteit dat dit met zich meebrengt, integendeel het versterkt de binding en de eigen zelfwaardering.  Immers de eigen lichaamsbeleving, het vermogen om het eigen lichaam en de eigen opwinding te ervaren is vanzelfsprekender. Iemand die bij zijn eigen gevoel kan blijven, zijn eigen grenzen kent en tijdens de seks kan bijsturen is per definitie veel beter in staat om een actieve en gezonde regie te hanteren tijdens het vrijen. Hiernaast bestaat bovendien een actief solo seksleven met fantasie en masturbatie. Volledig tegengesteld aan de rusteloze groep is bij de contactgerichte groep de seks altijd ingebouwd in een vriendschap. Seks is belangrijk maar maakt deel uit van een relatie met de persoon als geheel. De partner is een subject en geen object en er wordt met respect over gesproken. Er wordt open kaart gespeeld en als de relatie ten einde loopt wordt dit ook duidelijk gecommuniceerd, ipv. de relatie te laten doodbloeden, vernederend of nonchalant te reageren of gewoon weg te blijven.

De rustelozen gaan als jongvolwassenen ook door met wat zij geleerd hebben, nl. een tamelijk eenzijdig op seks georiënteerde aanpak, waarbij de seks, het contact maken en de emoties minder geïntegreerd zijn. Terugkijkend omschrijven ze zich later vaak als eenzame buitenstaanders. Het is een verbazingwekkende wetmatigheid dat mannen die als kind relatief koud behandeld zijn, dat als volwassene met zichzelf en met hun partners blijven doen. In het seksueel levensverloop van deze laatste groep zien we veel meer geheimen, partners die van elkaars bestaan niet op de hoogte zijn, seksuele dubbellevens en daarnaast een hevig najagen van seksuele ervaringen en veroveringen. Alles moet verlopen volgens een bepaald script in het hoofd waarbij seks een vastgelegd parcours  is op weg naar het orgasme. Ze regisseren veel standjes en zijn meestal sterk gefixeerd op het uiterlijk van hun partner. Ze zijn zelf relatief snel uitgekeken op hun partner en de tegenpartij mist vaak  het gevoel van contact. De partner wordt vaker gezien als object. Het ambivalente gevoel (aantrekken en afstoten) ten opzichte van vrouwen blijft vaak levenslang bestaan. De feitelijke werkelijkheid, in grote tegenstelling tot de megalomane fantasieën, is voor hen dat seks vaak tot uitsluiting leidt of tot een gevoel van buitenstaander ter zijn. Ook de volwassen levensjaren  staat de seks in teken van jagen en versieren met als apotheose het feit dat de partner  toegeeft en niet zozeer in teken van de seks en de emotionele verbinding. De seksverslaafde activiteiten leveren vitale gevoelens op en de geheimhouding maken het spannend en geven het gevoel dat er echt geleefd wordt.  Deze doelgroep is  manipulatiever en heeft een passief relatiemanagement.  In hun ervaringen is er een opvallende discrepantie tussen de behoefte en het grote belang dat ze aan seks zeggen te hechten en de geringe beleving en tevredenheid. Algemeen gezien is er minder genot en is men eenzamer in zijn seksualiteit. Rusteloze mannen kampen met een minder ontwikkeld gevoel van zelfwaarde. De seksuele fantasie en het verlangen zijn zeer sterk, maar het vermogen tot voelen, genieten en werkelijk intiem contact maken zijn beschadigd of half ontwikkeld. De ingewikkelde taak om zelf iemand te worden, intiem te leren omgaan met anderen en daarbij ook lust en liefde te integreren, is niet goed gelukt. Ook al zijn ze aan de buitenkant geslaagd, van binnen mist er iets en het is die leegte die hen gevoelig maakt voor seksverslaving.


Reflectie


Het is een feit dat mensen van nature vooral doorgaan met betekenissen, gedragingen en gevoelens die zij zichzelf aangeleerd hebben. Het is gemakkelijk van buitenaf te oordelen dat een seksverslaafde dom bezig is en beter kan stoppen met zijn destructieve opstelling maar de innerlijke logica is veel sterker gericht op continuering dan op het losrukken uit een situatie.


Het moge gezegd dat mensen met een prettige, steunende, emotionele achtergrond op vroege leeftijd, een duidelijke voorsprong hebben die zich op een vanzelfsprekende manier voortzet als zij opgroeien en volwassen worden. Dit impliceert niet dat ze een gemakkelijker of geslaagder leven hebben maar dat ze de dingen die zich voordoen, tegemoet treden met een meer zelfrespect en vanuit een sterker besef wat ze waard zijn en waar ze voor staan.  Beide groepen hanteren de basisideeën over zichzelf, hun zelfwaarde, seks en de omgang met anderen zoals zij die van jongs af aan ontwikkeld hebben. Beiden roeien met de riemen die ze hebben.


Het is mijn inziens het grootste voorrecht om zelfwaardering en het vermogen tot hechten gratis van thuis mee te krijgen. In de kern gaat seksverslaving  wel over seks maar vooral over zelfwaardering. Hoe hoger de zelfwaardering, het zelfrespect en de eigenwaarde, hoe gemakkelijker men de regie over het eigen gedrag behoudt en hoe geringer de kans op verslaving of afhankelijkheden in de seksualiteit. Als die zelfwaardering niet van nature meegegeven is en in het ‘ik’ verankerd, als men onveilig gehecht is (zie hechtingsstijlen), er een grotere innerlijke leegte is dan is men vatbaarder voor controleverlies en het vastlopen in een hardnekkig seksueel patroon.  Het kan maar het kost  energie, tijd en aandacht om een sterk ‘ik’ op te bouwen.