‘Liefde is een werkwoord’, de onverwoestbare klassieker over relaties van Alfons Vansteenwegen, die 125.000 keer over de toonbank ging, viert zijn dertigste verjaardag. Een boek waarvan, al minstens de titel, in het collectief geheugen is opgeslagen.
Toen Liefde is een werkwoord in Vlaanderen uitkwam, was ik studente in Leuven. Sinds 1988 is het boek aan zijn 47ste druk toe en in tien talen vertaald. Niet slecht, zeker als je weet dat er toendertijd geen marketingmachines aan te pas kwamen, maar het boek ‘zichzelf verkocht’; met dank aan de mond-tot-mondreclame en de massa’s studenten die het boek jaarlijks als verplichte lectuur moesten aankopen.
Emeritus professor Vansteenwegen, hij is inmiddels 76 jaar, was op dat moment, naast docent van een nieuwe generatie seksuologen en relatietherapeuten aan de KU Leuven, ook de man die zijn volk aan hun relaties leerde werken. Zijn bekendste boek is het doe-het-zelfboek met concrete aanwijzingen voor de aanpak van hun relatieproblemen. Het zijn immers niet de problemen die koppels ongelukkig maken maar de oplossingen die ze kiezen om deze problemen te overwinnen.
Aan de liefde moet nog steeds gewerkt worden en misschien zelfs meer dan dertig jaar geleden. In die periode is er veel veranderd en toch worstelen we nog steeds met dezelfde basale thema’s. Met elkaar blijven praten. Aandacht schenken. In conflict durven te treden. Toen het boek uitkwam, was het nog geen regel dat twee partners beiden uit werken gingen. Later schreef hij in Liefde vraagt tijd dat een goede relatie tijd vergt en dat we die te weinig hebben. Nu hebben we nog minder tijd door het werk, overuren, de mails die ook ’s avonds blijven komen, doordat we willen sporten en onszelf op allerhande manieren ontplooien. Dat is goed, maar een relatie waar geen of onvoldoende tijd in wordt gestopt, brokkelt af. Doordat we collectief minder tijd lijken te hebben, gaat het in een relatie vaak nog minder vanzelf dan vroeger.
In een interview dat Kelly Deriemaeker deed met Alfons Vansteenwegen voor Standaard Magazine (9 februari 2018), geeft hij zeven relatie adviezen.
Liefde is een werkwoord begint met een ontluisterend beeld van het huwelijk. Het gaat over wrijvingen die, als ze zich dag na dag herhalen, aanvoelen als schurende zandkorrels. Denk maar aan tandpastatubes die elke ochtend opnieuw ergernissen geven. Koppels kunnen elkaar met hun kleine, terugkerende gewoontes tot waanzin drijven.
Mensen blijven zich spiegelen aan de Hollywoodfilms waarin alles op het eind altijd wordt bezegeld met een dikke zoen. Velen van ons hebben nog altijd geen realistischer beeld gekregen van echte relaties.
Een relatie is een bijna onmogelijke zaak, omdat twee erg verschillende mensen proberen om gedurende een lange tijd samen te blijven. Zo’n boodschap blijft ver weg van rozengeur en maneschijn, maar dat is een van de hoofdredenen van het succes: mensen herkenden die anekdotes over de tandpasta. Ze beseften: ha, dat is niet enkel zo bij ons. Het boek blijft aantrekkelijk door de allerdaagse herkenbaarheid van een gewone relatie.
Het huwelijk is de laatste dertig jaar veranderd van een hiërarchische relatie naar een van gelijkwaardigheid. We weten ondertussen gelukkig dat we gelijkwaardig zijn, maar daarom handelen we er nog niet naar. Dat heeft tijd nodig om zich te zetten, ook bij jonge koppels.
Wie mikt op het ultieme geluk moet op een bepaald moment de realiteit onder ogen zien. Nog te veel mensen hebben een beeld van een huwelijk als verlengde verliefdheid waarbij alles vanzelf moet gaan en je altijd gelukkig bent. Een pleidooi voor een vorm van volwassen tevredenheid is gepast. Ik zeg niet dat een huwelijk niet kan lukken, maar het gaat niet vanzelf. Veel mensen denken dat het met de juiste partner wel zonder grote inspanningen zal gaan, maar dat klopt niet. Een goede relatie kost absoluut moeite. Dat wil niet zeggen dat het niet goed kan zijn. Investeren in elkaar, voor elkaar zorgen, dat kan net veel deugd doen.
Mensen verschillen an sich zo van elkaar op zoveel vlakken, dat je het alleen maar moeilijker maakt als je een partner kiest die fundamenteel anders tegen zaken aankijkt die jij belangrijk vindt. Het is lastig om zo’n rationele keuze mee te nemen in het proces van verliefd worden, maar het is toch belangrijk om bij stil te staan dat je de slaagkansen aanzienlijk verhoogt door er rekening mee te houden. Verliefdheid is volgens Vansteenwegen als een oogziekte: je ziet iemand zoals je wenst dat hij is, niet zoals hij echt is. Pas een tijd later wordt het zicht weer bijgesteld naar de realiteit van elke dag. Als je dan beseft dat je het over heel wat zaken oneens bent, dan is het niet per definitie onmogelijk, maar toch lastiger om samen te blijven.
Een relatie werkt niet als een economische transactie, waarbij je eruit moet halen wat je erin stopt. Een relatie waarin mensen tellen is niet aan te raden. Wat van een relatie wordt verwacht, is ook nog eens onderhevig aan veranderingen. De laatste eeuw veranderde het huwelijk van een zakelijke overeenkomst om te overleven naar een intieme relatie. Gevoelens kun je minder afwegen dan financiële transacties. “Hij slaat haar niet, hij drinkt niet en hij geeft zijn geld af”, waren in 1930 de criteria voor een goed huwelijk. Nu speelt geld veel minder, maar draait het meer om elkaar begrijpen, aanvoelen, troosten en tonen dat je van elkaar houdt.
Vroeger zochten mensen de antwoorden op hun vragen eerder in het geloof. Dat ging dan meer over jezelf opofferen en je lot dragen. Nu we minder geloven, hebben we nog altijd veel vragen over hoe goed onze relaties zijn, maar het zijn andere vragen en verwachtingen. In Liefde is een werkwoord lees je dat een relatie goed is als het positieve doorweegt op het negatieve. Door kleine aanpassingen te doen en te werken aan je relatie kun je dat percentage nog wat verhogen.
Het advies dat Alfons Vansteenwegen als relatietherapeut het vaakste meegeeft is: “Praat met elkaar. Luister naar elkaar”. Dat klinkt makkelijker en vanzelfsprekender dan het is. Mensen moeten leren wat luisteren is. Hoor je wat jij zegt? Hoor je wat zij zegt? Wil jij dat even teruggeven of herhalen, voor we verdergaan? Koppels moeten ook leren ruzie maken omdat velen het daar lastig mee hebben omdat ze het vaak zelf niet hebben gezien. Veel mensen hebben hun ouders nooit zien ruzie maken wat maakt dat ze aan hun eigen relatie gaan twijfelen als ze zelf ruzie hebben. Vroeger werd er maar zelden ruzie gemaakt met de kinderen erbij. Conflicten werden ’s avonds uitgepraat, dat vonden mensen hoffelijker.
Je moet niet over alles onderhandelen in een relatie, maar als de verschillen gaan wegen of er ontstaat irritatie, dan kan het goed zijn om ernaar te kijken. Ontstaan er grote irritaties, dan moet er onderhandeld worden. En dat is vaak iets wat mensen moeten leren. Het is niet de bedoeling je relatie tweewekelijks onder de loep te nemen. Als het goed loopt, laat het dan zachtjes lopen. Als irritatie zich herhaalt, dan moet je zien wat er aan de hand is en wat je eraan kunt doen, om te voorkomen dat het escaleert.
Toen het boek verscheen, was uit een huwelijk stappen nog een schande. Het was iets waarover werd gesproken in het dorp, en niet altijd in mooie bewoordingen. Wie scheidde, die had gefaald. Dat ligt nu anders. Een van de dingen die nieuw waren in het boek was het stuk over opkomen voor jezelf. Je grenzen mogen stellen binnen een relatie, zodat je geen bitter mens werd. In die periode werd dat advies eerder gericht aan de vrouw dan de man, omdat de emancipatie van de vrouw toen in volle gang was. Vroeger werd er soms te veel weggecijferd in relaties, nu misschien te weinig.
Onderzoek wijst in elk geval uit dat we nog altijd verlangen naar een duurzame relatie, maar toch mislukt een op de drie. Tegelijk wil dat ook zeggen dat twee op drie lukken. We staren ons soms blind op het aantal relaties dat mislukt, terwijl de meeste mensen wel slagen in langdurige, monogame relaties. De samenleefrelatie is voor de meesten van ons nog steeds de grootste bron van geluk, maar er is veel veranderd in hoe we onze partner kiezen, gelijkwaardigheid tussen koppels, en manieren waarop we onze relaties vastleggen, regelen en ernaar kijken.
Relaties zijn onderhevig aan veranderingen. Nieuwe levensfases zijn veranderingen die regelmatig aanleiding geven tot een crisis binnen een relatie. Het zijn vaak de momenten waarop er baby’s komen of wanneer die kinderen het huis uit gaan, waarop koppels bij een therapeut aankloppen. Veranderingen en aanpassingen geven immers vaak stress, en niet altijd gezonde. Het is niet zo dat elk koppel het moeilijk heeft met alle overgangen. Soms is het zo dat als je een vorige overgang goed hebt genomen als koppel, dat de volgende horde kan vergemakkelijken.
Heel wat relaties gaan ten onder aan “consumentisme”: de gedachte dat een relatie een product is waar je vooral veel uit moet halen. Een relatie is geven en nemen, maar dat geven kan ook een verrijking voor jezelf zijn. Dat mogen we niet vergeten. Als je iemand plezier doet, heb je daar deugd van. Je partner door een lastige periode helpen, troosten, opvangen is ook goed voor jou. Zeggen dat het plezant is dat de koffie weer op tafel staat, ook al staat die elke middag op tafel, dat is ook een kenmerk van een goede relatie.
Dat liefde een werkwoord is, wordt vaak begrepen als dat liefde iets lastigs is. Het is niet omdat iets niet vanzelf gaat dat het niet de moeite waard is. Liefde is een werkwoord wilde net als therapie realisme brengen, geen romantiek. Het doel is om de volgende dag weer samen verder te kunnen.
Meer lezen :
Vansteenwegen, A. (1983). Helpen bij partnerrelatieproblemen. Lannoo: Tielt.
Vansteenwegen, A. (1988). Liefde is een werkwoord. Spelregels voor de relatie. Lannoo: Tielt.
Vansteenwegen, A. (1997). Liefde na verschil. Lannoo: Tielt.
Vansteenwegen, A. (1999). Liefde vraagt tijd. Spelregels voor het paar onder tijdsdruk. Lannoo: Tielt..
Vansteenwegen, A. (2007). Als liefde zoveel jaar kan duren. Genieten van je relatie na 50. Lannoo: Tielt.
Vansteenwegen, A. (2009).Vreemdgaan met je partner. Omgaan met verschil en verbondenheid in je relatie. Lannoo:Tielt
Vansteenwegen, A. (2014). Liefde aan het werk. Lannoo: Tielt.
De inhoud van bovenstaande tekst is grotendeels ontleend aan een interview dat Kelly Deriemaeker voor De Standaard Magazine (9 februari 2018) deed met Alfons Vansteenwegen.
Alle rechten voorbehouden - Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur worden verveelvoudigd - © 2024 - Privacyverklaring