met dank aan Inge Van den Branden voor het schrijven van deze boekbespreking
Onze cultuur waardeert vooral extraverte kwaliteiten: we waarderen actie, snelheid, competitie, drive. Zich van activiteit naar activiteit haasten en interageren met veel mensen wordt hoog gewaardeerd in onze maatschappij. Voor introverten of 'innies' vraagt dit veel energie.
Veel ‘innies’ vinden het tijdens hun jeugd en dikwijls ook lang erna moeilijk om zichzelf te begrijpen. Wat maakt dat ze er vaak niet in slagen om de juiste woorden te vinden of om actief te participeren? Waarom lukt het na de feiten wel om op een gevatte manier commentaar te geven? Waarom vraagt het soms zoveel energie om naar een feestje te gaan, ook al geniet je van het contact met mensen? Hoe komt het dat ze zich vaak moe voelen? Zij moeten dan ook zorgvuldig met hun energie omspringen en regelmatig bijtanken; zonder pauze wordt hun leven een uitputtingsslag.
75% van de mensen is extravert, waardoor introverten extra vaardigheden dienen te ontwikkelen om mee te kunnen en dagelijks ‘onder druk’ worden gezet. Eigenlijk beïnvloedt dit bijna alle domeinen van het leven.
Uiteraard zijn extraversie en introversie eigenlijk de uiteinden van een continuüm. Waar we ons situeren op dat continuüm bepaalt waar we onze levensenergie uithalen. Mensen aan de introverte kant van het continuüm richten zich naar binnen om energie te krijgen, extraverten richten zich naar buiten.
Introverte mensen halen energie uit ideeën, emoties en impressies. Ze moeten een balans vinden tussen ‘alleen’ tijd en ‘buiten’ tijd. Extraverte mensen of ‘outies’ halen energie uit activiteiten, mensen, plaatsen, dingen. Voor hen is het vaak een uitdaging om een balans te vinden tussen doen & zijn.
Innies zijn niet noodzakelijk stil of teruggetrokken, maar hun focus is ‘binnen hun hoofd’ en in deze snelle wereld moeten ze slim omspringen met energie en intense met rustige momenten afwisselen. Ze moeten oppassen voor overstimulatie.
Nog een verschil tussen innies en outies is de mate van diepgang waaraan ze behoefte hebben. Extraverten genieten van afwisseling en veel ervaringen; innies prefereren minder ervaringen, maar meer diepgang.
Los van onze natuurlijke positie op het continuüm, zijn we in staat om buiten die natuurlijke voorkeur te functioneren, al consumeren we dan extra energie zonder nieuwe energie te creëren.
Gezien de meerderheid van de mensen zich eerder aan de extraverte kant van het continuüm bevindt en de maatschappij deze kwaliteiten extra lijkt te waarderen, krijgen innies wel eens de kritiek egocentrisch of asociaal te zijn. Echter, door te focussen op hun interne wereld en na te denken over wat ze doen of voelen, begrijpen ze anderen en de buitenwereld juist vaak beter. Innies zijn daarom niet asociaal, ze zijn gewoon sociaal op een andere manier. Ze hebben behoefte aan minder relaties, maar hebben meer connectie en intimiteit nodig.
Voor extraverten geeft het soms een ongemakkelijk gevoel dat introverten zich sociaal anders gedragen, anders dan waar extraverten zelf behoefte aan hebben, waardoor outies op hun beurt de stimuli niet krijgen waar ze nood aan hebben.
Omdat introverten verschillend gedrag kunnen vertonen op verschillende momenten, afhankelijk van hun energieniveau, kan dit anderen verwarren.
Extraverten begrijpen niet waarom ze aarzelen om hun mening te geven, hebben het gevoel dat ze iets verstoppen, vinden innies mysterieus. Innies onderbreken anderen niet graag, waardoor ze minder spontaan hun mening geven wanneer deze niet gevraagd wordt, wat dan weer kan overkomen als desinteresse, met soms misverstanden als gevolg.
Waar we ons op het introvert-extravert continuüm situeren heeft onder meer te maken met de werking van onze hersenen, en dan vooral de werking van neurotransmitters die mee de route en de hoeveelheid bloed naar bepaalde delen van onze hersenen beïnvloeden. Opmerkelijk is het verschil in gevoeligheid voor dopamine. Waar introverten een hogere gevoeligheid hebben voor dopamine, waarbij ze het risico lopen tot over stimulatie, hebben extraverten net een lagere gevoeligheid voor dopamine. Door deze lagere sensitiviteit creëren ze adrenaline dat de aanmaak van dopamine stimuleert. De neurotransmitter Acetylcholine beïnvloedt dan weer het leren, een kalm gevoel en lange termijn geheugen waar introverten nood aan hebben. Bij introverten stroomt in het algemeen meer bloed naar hun hersenen, wat meer stimulatie met zich meebrengt. Specifiek stroomt er bij introverten meer bloed naar die delen van de hersenen die betrokken zijn bij geheugen, probleemoplossen en planning. Bij extraverten gaat meer bloed naar activiteit en motivatie en zintuiglijke gebieden.
Carl Jung ontwierp een theorie rond het feit dat we aangetrokken worden tot het tegengestelde, om te vervolledigen waar we spontaan minder over beschikken. Zo kunnen extraverten innies helpen om naar buiten te treden en kunnen innies outies helpen om te vertragen.
Veel innies zijn in een relatie met een extraverte partner, waar goede redenen voor zijn: er zijn veel meer extraverten en ze zijn makkelijker te ontmoeten. Uiteraard zijn er voordelen en uitdagingen bij alle mogelijke innies-outies combinaties. Verschillen zijn op zich interessant en maken niet uit, het gaat er om hoe je ermee omgaat. Als partners elkaars gedrag als een afwijzing of een aanval ervaren, in plaats van als een expressie van hun karakter en persoonlijkheid wordt de relatie moeilijk. Wanneer we de wereld daarentegen vanuit elkaar perspectief proberen te bekijken worden relaties alleen maar boeiender.
Tijdens het opgroeien constant vergeleken worden met extraverten kan erg beschadigend zijn. De meeste innies krijgen, vaak onrechtstreeks, de boodschap dat er iets mis is met hen, voelen zich miskend voor de manier waarop ze zijn. Ook al wordt het niet steeds expliciet geformuleerd, ze leren dat extravert is wat ze moeten ‘worden’.
Uiteraard is het zowel voor jezelf als voor je kind erg belangrijk dat je de uitdagingen waarmee je kind te maken krijgt begrijpt. De meeste activiteiten voor kinderen zijn groepsactiviteiten, dus is het extra belangrijk om wat rustige momenten te hebben, alleen of met enkele mensen waarbij je kind zich ontspannen voelt. Je kan je kind helpen om deze behoefte te herkennen en ze ook leren te waarderen. Spreek met je kind over de verschillende manieren om nieuwe energie op te doen. Leer het ook dat het OK is om eerst na te denken vooraleer je mening te geven. Door meer expliciet naar de mening van je innie kind te vragen, betrek je hem of haar.
Het soort conversaties op sociale bijeenkomsten zoals bijvoorbeeld recepties is ideaal voor extraverte, maar is heel erg veeleisend voor introverte mensen. De conversatie gaat vaak snel, onderwerpen veranderen vlug en worden oppervlakkig besproken. Mensen onderbreken elkaar constant en stellen veel directe, soms persoonlijke vragen. Direct oogcontact is nodig. Mensen die niet aan de conversatie deelnemen worden niet buitengesloten, maar eerder genegeerd, over het hoofd gezien.
Voor veel innies zijn deze evenementen een echte uitdaging, en vaak hebben ze tijdens de samenkomst af en toe een pauze nodig, een luchtje scheppen of even rust vinden op het toilet is op zo’n momenten voor hen noodzakelijk.
Innies krijgen energie van één tot één gesprekken over onderwerpen die hen interesseren en rustige gesprekken waarin meerdere mensen naar elkaar luisteren. Er is de gelegenheid om weg te kijken zonder het contact te verliezen en er moet niet constant gelachen worden.
Op zich worden we allemaal geboren met de mogelijkheid tot extravert en introvert gedrag en soms lukt het innies ook prima om zich op feestjes of recepties te amuseren en zich achteraf opgeladen te voelen, maar de meeste introverten hebben nadien nood aan heropladen.
Innies functioneren vaak beter als ze het aantal sociale evenementen beperken. Wanneer er een feestje gepland staat, helpt het hen wanneer ze niet de avond voordien en de dag erna volplannen met andere sociale activiteiten. Ze ‘sparen’ energie vooraf, of kiezen ervoor om een aantal sociale bijeenkomsten in tijd te beperken. Veel introverten leren om op die manier hun energievoorraad beter onder controle te houden en kunnen meer genieten van die gelegenheden waar ze wel naar toe gaan. Ze ontwikkelen vaak ook coping mechanismen om op een voor hen comfortabele manier op een feestje of receptie binnen te komen, de conversatie aan de gang te houden, aan small talk deel te nemen of afscheid te nemen.
Ook in werksituaties krijgen vaak vooral extraverten ‘een goede pers’. Ze praten immers vlot over wat ze bereikt hebben, staan graag in de belangstelling, spreken zonder problemen voor een groep, voelen zich als een vis in het water tijdens meetings en formuleren gemakkelijk nieuwe ideeën, en bellen graag mensen op voor een praatje. Het zijn natuurlijke netwerkers.
Introverte collega’s worden soms gezien als geen teamplayers, omdat ze minder bijdragen tot meetings, en hun capaciteiten en vaardigheden worden vaak onderschat. Gezien hun manier van functioneren hebben innies het moeilijker om alle info snel te absorberen en meteen ook hun mening te formuleren. Ze hebben tijd nodig om na te denken. Hierdoor blijft er weinig energie over om te spreken. De aandacht vragen en anderen onderbreken voelt minder natuurlijk voor hen. Wanneer ze dan uiteindelijk aan het woord komen krijgen ze vaak niet de aandacht die ze verdienen door de manier waarop ze hun boodschap overbrengen. Onder stress zoeken ze soms naar woorden die ze niet vinden.
Ze maken ook minder reclame voor zichzelf, gaan ervan uit dat anderen hun inspanningen wel zullen zien en hebben vaak ook zelf minder nood aan bevestiging van buitenaf.
Uiteraard hebben innies op de werkplek ook veel sterktes, waar ze vaak ook wel voor gewaardeerd worden zoals geconcentreerd werken, loyauteit, doorzettingsvermogen, creativiteit, kennis, vooruitkijken, werken zonder controle en samenwerkingsgerichtheid.
Veel innies eten, denken, werken, wandelen en praten trager dan meer extraverte mensen. Het is belangrijk voor hen om hun eigen tempo te zoeken en rustig verder te doen. Ze moeten een balans zoeken tussen hun energievoorraad en de noden van hun lichaam/systeem. Wanneer innies dit niet doen, voelen ze zich makkelijk gestresseerd en overdonderd.
Trek een aantal grenzen, je moet niet voldoen aan alle verwachtingen van iedereen en je hierover al helemaal niet schuldig voelen. Vaak hoef je zaken ook niet meteen te beslissen, het is OK om erover na te denken en erop terug te komen. Doordat de neurotransmitter die innies meest nodig hebben diezelfde is als diegene die info bewaard in de REM slaap, is het vaak zinvol om er een nachtje over te slapen. Gezien innies fysiologisch anders in elkaar zitten hebben ze gewoon minder fysieke energie en moeten ze regelmatig ‘bijtanken’ en energie bewaren door externe stimulatie af te remmen.
Veel innies voelen zich echter gestigmatiseerd omtrent de nood aan eigen tijd en staan dat zichzelf niet altijd toe, willen voldoen aan alle verwachtingen van de externe wereld.
Maar wanneer ze deze tijd niet nemen, geraken ze ‘overgestimuleerd’ en lukt het niet meer om bvb informatie te verwerken. Innies krijgen dan het gevoel dat er niets in hun hersenen zit, terwijl er eigenlijk te veel in zit. 60% van de intellectueel begaafden zijn innies, ze zijn zich er echter niet steeds bewust van dat ze zichzelf tijd moeten geven om informatie te sorteren, om na te denken. Hun vaak zeer aanwezige en kritische ‘interne stem’ is vaak beschuldigend, waardoor ze het gevoel krijgen dat ze anders zouden moeten zijn.
In onze maatschappij wordt zoveel mogelijk meemaken en doen gepromoot, maar iedereen heeft limieten. Het is belangrijk om te leren kiezen wat belangrijk is voor jou. Door limieten te aanvaarden, aanvaard je eigenlijk jezelf en krijg je ook waardering voor wat wel lukt!
uit :
Laney, Marti Olsen, The Introvert Advantage
Nederlandstalig boek over introversie :
Cain, S.(2012). Stil. De kracht van introvert zijn in een wereld die niet ophoudt met kletsen. Arbeidspers.
Olsen Laney, M. (2005). Het introvert type. Een stille kracht. Uitg. Ten Have.
Olsen Laney, M. (2008). Introvert door het leven. Hoe je kunt groeien in een extraverte wereld. Uitg. Ten Have.
Sluys, E. (2014). Succesvol solliciteren voor introverte mensen. Lannoo Campus.
Alle rechten voorbehouden - Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur worden verveelvoudigd - © 2024 - Privacyverklaring