Graag gezien willen worden

Patricia Meyntjens

Levenswijzer: Graag gezien willen worden



De behoefte om graag gezien te worden


De behoefte om graag gezien te worden vormt ons in sterke mate, vaak zonder dat we er ons bewust van zijn. Het ertoe willen doen, verlangen naar erkenning, waardering en begrip is soms bijna onzichtbaar aanwezig. We hebben allemaal een sterk verlangen om gezien en gehoord te worden, om betekenis te hebben in een groter geheel. De psycholoog Abraham Maslow beschouwt het als een van onze basisbehoeftes waarmee we allemaal geboren worden. In de motivatiepiramide komt de behoefte aan waardering en erkenning na de behoeften als eten en drinken, bestaanszekerheid en sociaal contact. Om onszelf hierin beter te leren begrijpen kunnen we terugblikken op het contact met onze primaire opvoeders, onze levensgeschiedenis, onze ervaringen, onze kwetsuren, … Wie als kind erkenning en waardering heeft gemist, blijft lang hongeren naar compensatie.



De behoefte om graag gezien te worden vormt ons al van in de kindertijd


Een van de factoren die in onze ontwikkeling spelen is zeker de behoefte om graag gezien te worden door onze omgeving en in de eerste plaats door onze ouders. Als kind willen we dat onze ouders van ons houden en willen we ook dat ze dat blijven doen. We ontwikkelen daarvoor strategieën die ons geschikt lijken. We stellen ons de vraag:” Hoe moeten we ons gedragen om te bekomen dat onze ouders ons graag zien?” En daar handelen we naar. Het resultaat van die strategie is dat we ons  op heel jonge leeftijd een manier van zijn eigen maken die ons het beste lijkt om graag gezien te worden. Voor de ene is die strategie dapper overkomen, omdat de ouders bij elke vordering uitroepen: 'Goed zo, dappere meid.' Voor de andere is het aanhoudend zelfbeklag, omdat dat de aandacht en affectie lijkt te wekken en te stimuleren: 'Arm baasje, hij heeft zich bezeerd. Hij zal wel troost nodig hebben.' Voor nog anderen is het misschien discreet zijn, omdat ze aldoor te horen krijgen: 'Hij is zo gezellig in de omgang. Hij kan zich goed uitdrukken en hij kan over alles meepraten.' Of misschien is het een heel actief kind zijn: 'Moet je zien hoe dynamisch hij is, hoe hij er tegenaan gaat', of een jongensachtig meisje zijn: 'Wat is ze sportief. Ze is helemaal niet zoals andere meisjes'. Haar vader mag dan al liever een jongen hebben gehad...

De manier van functioneren die we aannemen en die ons hele verdere leven blijft bestaan, verankert zich al heel vroeg in onze manier van doen, vaak zonder dat we dat beseffen. Soms gaan we daardoor op een manier functioneren die ons eigenlijk vreemd is, die niet overeenstemt met onze diepere gevoelens, maar die tegemoet komt aan wat we denken dat er van ons wordt verwacht om graag gezien te worden.


De rol van onze ouders


Hoewel we dus op allerlei gebieden verlangen naar waardering, komt de meest fundamentele erkenning die we nodig hebben van onze ouders. Het is de eerste erkenning die we krijgen in het leven, nl. dat we gewenst zijn.

Het is bovendien belangrijk dat ouders zien dat hun kinderen betekenis willen hebben en op hun manier heel veel geven. Op het eerste gezicht lijkt het misschien alsof ouders veel meer aan hun kinderen geven dan andersom. Maar een kind geeft zo snel als het kan aan zijn ouders. Bijvoorbeeld door naar ze te lachen, z’n best te doen om zijn bord leeg te eten of een tekening te maken voor zijn zieke moeder.

Als ouders niet zien dat hun kind zijn best doet, of het zo vanzelfsprekend vinden dat ze er geen aandacht aan besteden, dan kan het kind permanent het gevoel krijgen tekort te schieten.



Gevolgen voor de volwassen leeftijd


Naarmate we opgroeien, komen er meer relaties bij waarin we gewaardeerd en gezien willen worden. Zoals die met onze geliefden. Eigenlijk zijn alle klachten die partners in therapie over elkaar hebben tot twee hoofdpunten terug te brengen. We voelen ons prettig in een relatie als de ander lief voor ons is en als we regelmatig waardering van hem of haar krijgen.

Maar de behoefte aan erkenning van onze ­ouders gaat ons hele leven door, vaak zelfs als ze zijn overleden. “Vader zou trots geweest zijn”, zeggen we dan.(zie ook: familieziel)


Maar wat als je ouders je nooit het gevoel hebben gegeven dat je belangrijk bent? Dat je ergens goed in bent, dat het überhaupt goed is dat je op aarde bent? Deze mensen blijven altijd hongerig naar erkenning. Ze wille overal de beste in zijn, willen veel applaus voor wat ze bereiken en een partner die voortdurend laat zien dat zij het allerbelangrijkst zijn. Deze mensen zijn ook vaak jaloers in hun relaties. Ze voelen zich snel bedreigd.


Gelukkig helpt het nog als mensen naderhand erkenning krijgen voor hun pogingen om te geven aan hun ouders. Dat werkt enorm verbindend en bevrijdend. Het liefst krijgt men erkenning van de ouders maar broers en zussen kunnen voor een groot deel compenseren. Bijvoorbeeld door te zeggen dat moeder het vroeger altijd zo fijn vond dat ze de boodschappen voor haar deden, ook al zei ze dat niet persoonlijk. Of dat vader zo trots was toen zijn kinderen afstudeerden.

Het kan overigens ook van een therapeut komen. De meeste mensen reageren heel emotioneel als ik zeg dat ze vroeger toch veel hebben gegeven aan hun ouders, hun best voor ze hebben gedaan. Ik ben dan de eerste van wie ze dat horen. Het kan mensen heel gelukkig maken.


In volgorde van belangrijkheid willen we de meeste erkenning van onze ouders, dan van broers en zussen en familie, dan van onze partner en dan van de buitenwereld. Het gaat erom hoe inwisselbaar ze zijn. Erkenning van je partner is waardevol, maar mocht je uit elkaar gaan, dan kan de volgende partner het je ook geven. Je ouders, broers en zussen zijn onvervangbaar.



Stereotiep gedrag stellen om erkenning te krijgen is meestal nefast


We gedragen ons naar wat we denken dat juist is, maar het niet noodzakelijkerwijs is. Het is bovendien maar de vraag of ouders die een 'braaf, hulpvaardig meisje' met liefde belonen, dat zullen blijven doen als ze groter wordt, laat staan dat de mensen waarmee ze dan omgaat dat zullen doen. Dat gaat op voor om het even welk karaktertrek. Wat we gewend waren als kind geldt nooit ons hele leven en ook niet voor iedereen. Het is dus belangrijk dat we inzicht proberen te krijgen in wat we doen om graag gezien te worden en welke overtuigingen we hieromtrent hebben opgebouwd. Dan kunnen we er ons ook van ontdoen. De beste manier om te bekomen dat we graag gezien worden is gewoon jezelf zijn, zonder die valse façade die je verplicht om altijd het beste van jezelf te tonen...




Verlangen naar erkenning


We willen erkenning krijgen voor wat we doen. Erkenning voor onze prestaties op het werk, voor onze noeste tuinarbeid, voor het schitterende artikel waar we zo lang op zwoegden,  voor het vrijwilligerswerk dat we het afgelopen weekend met plezier deden,… We willen erkenning voor onze mentale of fysieke pijn of voor het leed dat ons is aangedaan.

Bovendien willen we gezien en gekend worden voor wie we zijn; dat mensen ons bij de naam noemen, dat we een cadeautje krijgen dat bij ons past, dat mensen onze kwaliteiten en eigenaardigheden kennen en waarderen.


Erkenning kan ons enorm motiveren en gelukkig maken. Het stimuleert ons om ons best te doen en nieuwe uitdagingen aan te gaan: na een compliment van de baas hebben we meteen meer zin in ons werk. Het werkt bovendien verzoenend en laat ons meer oog hebben voor een ander. Nadat iemand serieus naar onze kant van het verhaal heeft geluisterd, staan we meer open voor het standpunt van de ander.


Maar krijgen we die erkenning niet, dan raken we gedemotiveerd en gefrustreerd en zetten we onze hakken in het zand. Op de werkvloer wordt soms ver gegaan om het toch te krijgen: werknemers die maandenlang staken, niet alleen voor meer geld, maar indirect voor erkenning. De belangrijkste reden voor werknemers om hun baan op te zeggen, is een tekort aan lof of erkenning voor hun bijdrage. Tekort aan erkenning leidt voor sommigen tot burn-out.  En leidinggevenden die de vorderingen van hun medewerkers regelmatig aanmoedigen en belonen, ook als die klein zijn, hebben optimistische mensen onder zich die betrokken zijn en beter presteren. Denk ook aan slachtoffers die jarenlang procederen om wat hen is aangedaan (zie ook : verraad raakt diep in je ziel).



Eerst gekregen hebben, dan geven, dan kunnen ontvangen… een volwassen realiteit



We worden gelukkig als we erkenning krijgen en boos als we het niet krijgen. Maar hoe vaak geven we zelf eigenlijk erkenning aan anderen? Veel te weinig! Eigenlijk wil iedereen gewaardeerd worden, geïnformeerd en beluisterd worden. Maar bij anderen zien we deze behoeftes vaak over het hoofd.

We wachten allemaal op een ander om ons erkenning te geven. Terwijl het juist enorm kan helpen om zelf de eerste stap te zetten. Want mensen willen zich eerst begrepen voelen voordat ze bereid zijn zich te verplaatsen in de gevoelens van de ander.



Enkele voorbeelden


Serge G.(33): ‘Ik vind dat ik erkenning moet krijgen voor alle verantwoordelijkheid die ik heb gedragen voor mijn ouders en vooral voor mijn moeder'.

Ik ben een nakomertje. Toen ik opgroeide, waren mijn drie broers en mijn zus al met hun eigen gezinnen bezig. Ze wisten niet precies wat zich thuis afspeelde. Mijn ouders hadden een turbulent leven: eigen bedrijf, gezondheidsproblemen, verslavingen, verschillende culturele achtergronden, huwelijk met botsingen.


Mijn moeder hield haar problemen het liefst voor zich, maar doordat ik nog thuis woonde, pikte ik alle signalen op. Toen ik merkte dat het écht niet goed ging met haar, ging er een knop om. Ik kon het niet meer alleen. Omdat ik wist dat mijn moeder haar kinderen niet wilde belasten met haar problemen, heb ik niet mijn broers en zus gebeld maar haar eigen broer.


Toen ik jaren later in een lange brief aan mijn broers en zus uitlegde met welke zware rugzak ik rondliep, reageerden ze anders dan ik had gehoopt. Een van hen wees me terecht, een ander reageerde helemaal niet. Ik wilde dat ze zouden zeggen: “Goh, heb ik nooit geweten, wat knap”, of “Wat heb je veel meegemaakt, had me maar gebeld”. Meer hoef ik niet te horen. Ik wil die erkenning zo graag van degenen die na mijn ouders het dichtst bij me staan.


Ik heb na hun reacties twee weken met een rotgevoel rondgelopen. Daarna dacht ik: ik zoek iets wat ik van hen misschien nooit ga krijgen. Ik neem het mijn broers en zus niet kwalijk. Iedereen staat op zijn eigen manier in het leven. Deze publicatie is voor mij het toppunt van erkenning. Het betekent dat ik sterk genoeg ben om mijn verhaal aan de hele wereld te vertellen. Ik ben heel trots op mezelf dat ik dit durf.’


 


P. van L. (51): ‘Erkenning is een onderwerp waar ik in mijn persoonlijke leven mee geworsteld heb.

Ik was altijd op zoek naar erkenning, was er verslaafd aan. Vooral wilde ik erkenning van mijn vader, een zeer succesvol zakenman. Ik wilde dat hij tegen me zei dat ik op hem leek. Dat hij eigenschappen in mij zag die hij zelf ook had.


Die behoefte is ontstaan in mijn opvoeding. Ik moest aan heel hoge eisen voldoen. “Deze zoon gaat het maken,” zei mijn vader. Onze relatie bestond uit extremen. De ene keer werd ik op handen gedragen, de andere keer afgedankt. Er was competitie tussen ons. Als ik in de belangstelling stond, probeerde hij de aandacht naar zichzelf te leiden.


Met wat geld dat ik van hem heb gekregen, kon ik een carrière in de IT beginnen. Toen mijn vader 84 jaar was, zei hij: “Je hebt je in een moeilijke situatie omhoog getrokken en je bent succesvol geworden. Ik ben blij dat ik je met wat geld heb kunnen helpen.” Dat was de erkenning die ik altijd had gezocht. Dus ik heb gezegd dat ik dankbaar was dat hij me die kans heeft gegeven. Op zijn begrafenis, niet veel later, kon ik een warme speech houden en hem de plaats in mijn leven geven die hij verdiende.


Ik heb ontdekt dat erkenning te maken heeft met gelijkwaardigheid. Door erkenning te geven, maak je contact met elkaar op een gelijkwaardig niveau. Na de woorden van mijn vader is er veel spanning van me af gevallen. Ik voel me bevrijd. En ik realiseer me dat ik andere mensen ook erkenning moet geven.’


 


Lies D.B. (46): ‘Ik heb nooit het gevoel gehad 'kind van' te zijn. Ik werd niet graag gezien om wie ik was, maar om wat ik kon’ . Primusje spelen in het klasje. Glansrijke rapporten genereren om de moeder de gelegenheid te bieden parmantig te paraderen om oudercontactavonden.  De vader is nooit mee geweest. Geen interesse. Er waren ongetwijfeld belangrijkere dingen in het leven toen. Destijds werd de stress al zorgvuldig opgebouwd. Ik herinner me nog levendig de slapeloze nachten als ik een zeven had gehaald op een toets. Alles beneden de acht was onaanvaardbaar. De spijsvertering die in een knoop draaide in de uren die voorafgingen aan het afgeven van het rapport. Ik draag er tot op vandaag de gevolgen van. De dood schuilt in mijn darmen.


Eerlijk gezegd heb ik nooit een blijk van gemeende waardering of liefde ervaren bij mijn ouders. Naar de film gaan, lekker gaan zwemmen, een pretpark bezoeken, dat zat er allemaal niet in. Scouts waren verboden.Voor een flink pak rammel was je bij vader en moeder wél altijd welkom. Ik heb geen moeite om te zeggen dat ik tijdens mijn jeugd al vermoord werd. Niet graag gezien worden, jaar in jaar uit, dat kruipt in de kleren.


Ik hoop dat de mensen mij kunnen begrijpen wanneer ik zeg dat ik vandaag veel behoefte heb aan bevestiging en complimentjes. Dat ik mij helemaal geef in de zeldzame vriendschappen die ik mag ervaren, bang als ik ben om ze weer te verliezen. Dat ik heel kwetsbaar ben, noem het voor mijn part lichtgeraakt. Alles heeft zijn geschiedenis.

Vorig jaar, net voor de breuk, zei mijn moeder me, in bijzijn van mijn vrouw en kinderen, dat ze, achteraf bekeken, liever geen kinderen had gehad. Ze werd daarin niet tegengesproken door mijn vader. Op zo'n moment wordt een oude wonde weer genadeloos opengereten.

Aan de weinige mensen, die mij de moeite waard vinden, zeg ik: probeer mij graag te blijven zien. En doe nooit andere mensen aan wat je zelf niet zou willen meemaken. Blaas het waakvlammetje niet uit. Ik doe op mijn beurt mijn best om jullie graag te zien, alle gebreken, onhandigheden en ingegooide ruiten incluis.'



Erkenning geven: de gulden regels


Start vanuit je eigen authenticiteit en wees oprecht. Kies iets wat u echt op prijs stelt in de ander. We willen erkenning namelijk verdienen en niet zomaar krijgen, om niets.


Wees specifiek. Geef details, vertel over het effect.  ‘Te horen krijgen dat je lief bent is heel fijn, maar het is geen echte erkenning. “Toen ik terugkwam van die les was het zo fijn dat je voor me had gekookt”, is dat wel.


Wacht er niet te lang mee. Het effect is groter als het kort op de inspanning of het leed volgt. U hoeft niet op een perfecte prestatie te wachten voordat u iemand een compliment geeft. En als u excuses te lang uitstelt, kan er in de tussentijd veel kapotgaan.


Maak er iets persoonlijks van. Geef de erkenning in eigen persoon, en toegespitst op de ander. Dit betekent dat u moet weten hoe iemand is, waar hij wel en niet van houdt. Anders kan het zelfs pijnlijk zijn – zoals een fles wijn geven als bedankje, terwijl u met een beetje moeite had kunnen weten dat de persoon in kwestie geen alcohol drinkt. Vertel erbij wat het persoonlijk voor u betekent.


Gebruik verschillende manieren om uw erkenning uit te drukken. Dus niet elke keer die bos rozen om sorry te zeggen, of elke keer ‘Tsjonge, wat goed gedaan’ bij een goede prestatie.



Klik hier naar het artikel uit het tijdschrift "Psychologies" juni 2014:


"Ik wil dat iedereen mij graag heeft."