Hechtingsstijlen

Patricia Meyntjens

Levenswijzer: Hechtingsstijlen


Psychologies Boekenprijs 2012 voor het beste non-fictie boek


De prijs bekroont een Vlaams non-fictie boek dat het best aanleunt bij een leven in balans. Psychologies Magazine reikte het voor de tweede keer uit. Ik had het geluk in de jury te zitten en vanop de eerste rij aan de boeiende discussies over de boeken te participeren. Op 1 november werd bekendgemaakt dat het boek "Blijf bij mij" van Rika Ponnet de prijs in de wacht sleepte. Het boek blijft ook mij bij omdat de schrijfster op een verhelderende manier kijkt naar intimiteit en macht in relaties. Een kort relaas...




Vaak loopt het al mis bij de partnerkeuze


Sommigen hebben bindingsangst, anderen zijn al drie keer gescheiden en weer anderen zijn al jaren gelukkig samen met hun eerste lief. Dat is allemaal geen toeval: "Je valt niet op de verkeerde, je kiest ervoor". Veel heeft te maken met onze eerste relaties, nl. deze met onze ouders. Een kind ontwikkelt zijn hechtingsstijl via de intieme band met zijn belangrijkste zorgfiguren. (zie ook ouders zijn minnaars). Deze ervaringen bepalen sterk je latere relatievaardigheden. De kans dat je dezelfde hechtingsstijl als je moeder hebt, is immens groot en het zet mee de krijtlijnen uit tot welke partner je bent aangetrokken en hoe je ruzie binnen een liefdesrelatie ervaart. 


In volwassen relaties heerst er vaak een machtsstrijd en zijn er wederkerende conflicten. Immers elk weekend wil hij gaan lunchen bij zijn moeder terwijl zij de hare liefst enkel bij gelegenheden ziet. Zij draait elke euro twee keer om terwijl hij graag het geld laat rollen. Wie krijgt zijn zin en wie capituleert? Deze machtsstrijd draait om controle en zekerheid.  Een machtsstrijd, waarin de ene al dan niet in staat is om te begrijpen en/of tegemoet te komen aan de noden en wensen van de ander. Immers in essentie gaan vele van die machtsconflicten over een strijd en een noodkreet voor liefde en intimiteit.


Om als volwassene op een gezonde manier met intimiteit en met conflict te kunnen omgaan moet je als kind een min of meer veilige hechtingsstijl hebben ontwikkeld. Een hechtingsstijl waarin een gezond evenwicht is tussen Autonomie en Verbondenheid. De huidige maatschappelijke tendensen zetten sterk in op autonomie en persoonlijke ontwikkeling en veel minder op verbondenheid.


In haar boek gaat Rika Ponnet aan de slag met onderstaand hechtingsrooster. Ieders hechtingsstijl wordt bepaald door de dimensies Angst en Vermijding. De horizontale dimensie gaat van weinig angst voor afwijzing of verlating naar het andere uiterste van veel angst om verlaten te worden. De vertikale as geeft bovenaan weinig vermijding van intimiteit (verlatingsangst) aan en onderaan veel vermijding van nabijheid en intimiteit (bindingsangst). Dit resulteert in vier kwadranten, vier hechtingstypes die elk op een andere manier in relaties staan.


Rika Ponnet meent dat het samengaan van bepaalde types problematisch is voor de duurzaamheid van een partnerrelatie. 


I. Veilig gehechten

De veilig gehechten (ongeveer 50 % van de bevolking) hebben zonder veel problemen een stabiele relatie. Iemand die veilig gehecht is, heeft geen relaties met grote hoogtes en laagtes of met geweldige passie. Dat klinkt misschien wel saai of als het leven van grijze muizen maar veilig gehechten hebben wel een goede, stabiele en langdurige relatie waarin de twee partners perfect tevreden zijn met hun huisje-tuintje-boompje-leven.


Iemand die veilig gehecht is komt uit een gezin waar de kinderen bij hun vader en moeder terecht kunnen (en dat kan ook bij een echtscheiding). De kinderen hebben alleszins het gevoel dat hun ouders er zijn als ze zich niet goed of niet veilig voelen. De ouders zijn aanwezig, maar zitten ook niet te dicht op hun vel. Dat is gunstig voor de ontwikkeling van hun (zelf)vertrouwen en geeft hen de kans te ontplooien als autonome mens en evenzeer om te investeren in verbondenheid met anderen. Bij veilig gehechte types zijn autonomie en verbondenheid vrij goed in evenwicht. Maar niemand krijgt als kind het ultieme evenwicht aangereikt.


Hechte koppels respecteren elkaars autonomie en hebben oog voor de noden van elk van de twee partners. Bovendien voelen ze een diepe verbondenheid die ze bewust voeden. Ze hoeven hier zelfs geen grote inspanningen voor te doen, ze doen de dingen instinctief en vanuit hun verbondenheid. Ze beschikken over een natuurlijk vermogen om compromissen te sluiten, geloven in hun liefde en weten dat die bestand is tegen kleine stormen. Een ruzie bedreigt niet meteen de relatie. Bij zulke paren zal een discussie over de wasmand onderaan de trap nooit tot iets groter uitdeinen dan het 'was-goed'!


Veilig gehechte mensen vinden seks belangrijk en hebben een grote behoefte aan intimiteit. Ze hebben een bevredigende seksuele relatie.  Seks is een middel om hun relatie te voeden, een manier om uitdrukking te geven aan hun 'graag zien' en een moment om hun verbondenheid en échte intimiteit uit te drukken.



II.  Angstig gehechten (verlatingsangst)

De angstigen (ongeveer 20 %) hebben een sterk hechtingssysteem waardoor ze constant bevestiging en aandacht nodig hebben en zich vastklampen aan de partner.


Het angstige type heeft als kind heel sterke nabijheid ervaren van zijn belangrijkste zorgfiguren. De ouders zetten (te) eenzijdig in op verbondenheid, zijn overbeschermend, betuttelen hun kind en houden het klein, mede vanuit hun eigen onzekerheid en angstige kijk. Bijgevolg is het loslaten van hun kind erg moeilijk. Daardoor krijgt het angstig gehechte kind het idee dat de ander er altijd moet zijn. Alleen zijn maakt hen ongelukkkig en onrustig.


Angstig gehechten hebben een negatief zelfbeeld, zien anderen als sterker, krachtiger, slimmer en zoeken bij die anderen nabijheid en ondersteuning.


Als volwassenen kopiëren ze dat in hun relatie door te dromen van versmelting en intense relatie waadoor ze claimend en afhankelijk zijn. De partner moet nabij zijn. De GSM is een verlengstuk van hun lichaam. Ze twijfelen voortdurend en hebben veel nood aan affectie, aandacht en bevestiging. Ze moeten vaak horen: 'Ik zie je graag, Je bent de knapste of goed gedaan liefje'. Angstig gehechten kunnen echter ook eisend en autoritair zijn om zich ervan te verzekeren dat hun partner in de buurt blijft.


Angstigen hebben het moeilijk om over hun seksuele behoeften te communiceren. Ze kunnen seks passief ondergaan omdat ze bang zijn dat ze anders hun partner verliezen of omdat ze ruzie willen vermijden. Tevens kunnen ze het gebruiken om zich geliefd te voelen, hun gevoel van eigenwaarde op te krikken of hun zin te krijgen. Ze zetten seks wel eens in als wapen, (ook) door te onthouden.


III. Angstige-vermijders

De angstige-vermijders (ongeveer 5 %) hebben een ambivalente hechtingsstijl en schipperen tussen de onveilige extremen waardoor ze van de ene passionele relatie in de andere duiken. Hun partnerrelaties zijn meestal heel problematisch.


Ze hebben een laag zelfbeeld én een onrealistische beeld van derden. Het beeld is zwart-wit gekleurd, initieel heel positief en na een ontgoocheling heel negatief. Vaak wordt gedacht dat een ander als het erop aankomt niet te vertrouwen is, waardoor dit type zich terugtrekt.


Deze mensen hebben altijd een rollercoasterrelatie. Met heel grote hoogtes en veel passie, maar ook dramatische toestanden.

Ze hebben de man of vrouw van hun leven gevonden en bereiken meteen de top van de berg. Ze verliezen zichzelf helemaal. En dat gevoel is dan weer zo beangstigend, dat ze meteen weer de neiging hebben om zich uit de relatie terug te trekken. Dan zitten ze in het diepste dal. En dat patroon blijven ze herhalen.


De angstig-vermijdende types vallen op elkaar. En soms blijven ze elkaar aantrekken en weer afstoten maar seks blijft de bindende factor. Ze kunnen zeer snel heel intiem worden met iemand maar seks wordt ook gebruikt om de ander af te wijzen. Affectie geven of onthouden is een klassieke strategie.



IV.  Afwijzend-vermijdende (bindingsangst)

De afwijzend-vermijdende (ongeveer 20 %) heeft een zwak hechtingssysteem  en is op vrijheid gesteld waardoor ze moeite hebben om hun relatie ernstig te nemen.


De zorgfiguren van het afwijzende type hebben voornamelijk ingezet op autonomie. Het kind heeft heel vaak het gevoel gehad dat de ouder emotioneel niet beschikbaar was,  dat er conflictvermijding en onderhuidse spanningen en geheimen waren waardoor het kind alleen op zichzelf kon rekenen. Daardoor gaan ze hun autonomie en zelfzorg overmatig ontplooien en vertrouwen ze enkel op zichzelf. Hun dadendrang is een vluchtweg om emotioneel te overleven. Ze intellectualiseren en rationaliseren.


Ze doen zich sterk voor, willen carrière maken en zoeken telkens bevestiging voor het feit dat ze sterk en autonoom in het leven staan.  Hierdoor zijn ze oververtegenwoordigd onder zelfstandigen en CEO's.  Er glijdt veel van hen af en aan de top hebben ze volledige controle en halen ze hun doel. Emoties worden uitgeschakeld omdat het hen kwetsbaar maakt maar ze onderschattten wat het onderdrukken van emoties met hen doet. Ze hebben het moeilijk met de intimiteit van het dagelijkse samenleven. Ze komen minder gemakkelijk bij hun emoties en gaan deze (ook conflicten) het liefst uit de weg. Ze lopen weg van verbondenheid en liefde en voelen zich op hun gemak in emotioneel vrijblijvendere relaties waar meer ruimte is. Ze reizen de wereld af en missen niets of niemand, omdat ze nergens wortels hebben.


Vermijders kunnen seks ontkoppelen van hun gevoel en kunnen makkelijk onenightstands hebben. Het bevredigt hun beperkt verlangen naar intimiteit zonder dat het engagement vergt. Ze hebben even een warm lichaam om tegenaan te kruipen maar zijn zo weer weg. Seks is een manier om zich te ontladen of genot na te jagen en minder om zich emotioneel verbonden te voelen. Ze hebben altijd een vluchtroute klaar om zich niet ten volle te binden. Ze realiseren niet hoe emotionele afhankelijkheid hen meer in balans zou kunnen brengen.


Maatschappelijke tendenzen


In De Standaard (28/09/2012) en Psychologies (nov 2012) geeft R. Ponnet uiting aan haar bezorgheid dat onze huidige maatschappij sterk accent legt op autonomie en veel minder op verbondenheid.


"Het is vandaag bijzonder trendy voor jongeren om de wereld als hun dorp te zien. Ze mogen niet al te gebonden zijn aan thuis, ze moeten allemaal op Erasmus en liefst zo ver mogelijk weg. Ik ken en ceo die zijn zonen naar China stuurt, want daar ligt de toekomst! Op economisch vlak klopt dat als een bus. Maar welke prijs betaal je op menselijk vlak. Met zo'n keuze stel je je autonomie en zelfontplooiing heel ver boven je verbondenheid. Het zijn belangrijke domeinen die we allemaal moeten ontwikkelen om evenwichtig in het leven te staan. Als maatschappij leren we onze kinderen eerder om te investeren in hun persoonlijke ontwikkeling dan in verbondenheid. Wat zeggen ouders van een pas afgestudeerd kind dat een buitenlandse carrièrekans krijgt én een liefje heeft? 'Grijp die kans, ontplooi jezelf, laat je niet beknotten...' Op die manier kweekt onze cultuur veelal vermijdende volwassenen, die relaties beschouwen als tijdelijk en voorwaardelijk. Dat is een gevaarlijke trend."


Soort zoek soort   of   trekken tegenpolen elkaar aan ?


Veilig (I) en onveilig (II, III, IV)  gehechten hebben een magneet voor elkaar. Binnen de club van de onveilig gehechten trekken tegenpolen elkaar aan.


Twee veilig gehechten personen investeren gemakkelijk in hun relatie omdat ze vertrouwen op hun verbondenheid en liefde. Maar ook bij veilig gehechten merk je dat altijd iemand meer vermijdend is en dat de ander wat angstiger is. Bij twee onveilig gehechten partners is er veel minder basisvertrouwen en bij ruzie speelt hun hechtingssysteem hen erg parten.  Ruzies houden langer aan en/of escaleren.


Angstigen en afwijzende-vermijders trekken elkaar aan maar gaan elkaar na een tijd afstoten. Als ze elkaar leren kennen, vallen angstige types op de stoere vermijders omdat ze beschermend, krachtig en autonoom lijken. De angstig gehechte heeft een laag zelfbeeld en zoekt een sterke partner om mee te versmelten. De vermijder voelt zich bevestigd in zijn sterk zijn. Daardoor vallen ze op elkaar. Maar na een tijd is net datgene wat ze zo aantrekkelijk aan elkaar vonden, datgene wat hen zuur opbreekt.

De angstige ervaart dat de vermijder geen echte intimiteit kan geven. De vermijder vindt op zijn beurt dat de ander te claimend is, te veel aandacht opeist en heeft nog meer nood aan tijd alleen.

Daardoor krijgt de partner het gevoel dat hij op de derde plaats komt en wordt onrustig als de ander er niet is; ze bellen de ander zes maal per dag, gaan overmatig veel sms-jes sturen of reageren erg jaloers. De vermijder heeft het gevoel dat de tegenspeler alleen maar aandacht vraagt, klaagt en controleert. Hoe meer de vermijder, voor wie grote intimiteit benauwend aanvoelt, zich daaraan probeert te ontrekken, door nog langer te werken, nog meer te sporten, hoe feller de angst bij de partner toeslaat.  Ze versterken elkaars systeem en zo escaleert een kleine ruzie in een noodlottige dans van woede en onmacht. Hoe harder er wordt vastgeklampt, hoe harder de vermijder wil weglopen.


Toch heeft de vermijder in eerste instantie deze relatie opgezocht op zoek naar bevestiging en bewondering. Je valt niet op de verkeerde, je kiest ervoor, vanuit je kinderlijke noden. Ze zouden beter af zijn met een veilig gehechte doch ze ervaren deze persoon als saai. 


Ze merken dat hun liefde pijn doet, dat ze niet compatibel zijn en dan volgt soms een (tijdelijke) breuk of één van beiden begint iets met iemand anders. De vermijder wil zich nog verder verwijderen van die claimende partner. De angstige gaat vreemd om aandacht te krijgen of om de ander jaloers te maken.


Rika Ponnet pleit ervoor dat je kiest voor een relatievorm die jou het best ligt. Er zijn mensen die zo vermijdend zijn dat ze de nabijheid van het samenleven niet aankunnen en zich hierdoor versmacht voelen. Een ander type van relatie heeft veel meer slaagkansen. Bijvoorbeeld twee vermijders die een LAT-relatie beginnen of kiezen voor casual seks.


Warme aanbevolen


Blijf bij mij is een verhelderend en vernieuwend boek om op een andere manier naar je relatie te kijken. Zelfkennis is het sleutelwoord. Hoe ben ik (geworden) en wat zijn mijn essentiële verwachtingen voor mezelf (autonomie) en voor ons (verbondenheid). Van daaruit kan je keuzes maken en/of  bewuster leren omgaan met je huidige partnerkeuze.


Ponnet pleit voor een bewustere relatiekeuze. Dat je vanuit je inzicht (en vorige ervaringen) kiest en daardoor in een betere relatie terecht komt misschien wel met minder passie maar met evenveel engagement. Je leert begrijpen dat je door een bepaalde bril naar relaties en naar partners kijkt en dat er ook andere brillen mogelijk zijn.



Je leest er alles over in het boek van Rika Ponnet  'Blijf bij mij' uitgegeven bij Lannoo.